Beter samenwerken, belangrijker dan ooit
We leven in complexe tijden met talloze uitdagingen in een snel veranderende wereld. Klimaat, dilemma’s rond ruimtegebruik, zorg, eenzaamheid, samenleven zijn geen geïsoleerde vraagstukken maar zijn allemaal met elkaar verbonden. Dat maakt het niet eenvoudig om ze aan te pakken. Ze zijn niet alleen te groot maar om als één organisatie aan te pakken. De oplossing ligt vaak in een unieke combinatie van vaardigheden, gecoördineerde acties en samenwerking met partners uit alle hoeken van de maatschappij: overheden, burgers, ondernemers, kennisinstellingen, bedrijven,…
En toch blijven we vooral een systeem in stand houden gericht op losse projecten, individuele prestaties en tijdelijke subsidies per thema. Het gevolg? Veel energie, tijd en geld gaan verloren in samenwerkingen die vastlopen of verdampen.
Van rol naar rol, op zoek naar impact
Als maatschappelijk gedreven oplosser werd ik altijd aangetrokken tot projecten waarin ik kon meebouwen aan oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Maar telkens botste ik op de grenzen van rollen, organisaties en mandaten – grenzen die eigen zijn aan werken vanuit individuele impact.
Ik rolde van de ene rol in de andere, maar nergens voelde ik écht de ruimte om fundamenteel verschil te maken: Als moeder trok ik mee aan een Brede School-traject, maar kreeg ik geen plek aan de ontwikkeltafel – omdat we zelden de gewoonte hebben om ervaringsdeskundigen structureel te betrekken. Overdag was ik nochtans ambtenaar, met kennis van zaken en goesting om dingen aan te pakken. Maar hier zag ik dan weer andere goede ideeën vastlopen op interne regels en afstemmingslijnen. Initiatieven bleven vaak geïsoleerd, werden overgenomen door de organisatie of eenmalig ondersteund – zonder samenwerking en duurzame verankering, geen blijvend effect. Nu ben ik consultant en krijg ik soms het mandaat om een grotere uitdaging in handen te nemen. Maar vaak is er geen geld of ruimte voor een diepgaandere aanpak. Als sociaal ondernemer ervaar ik meer vrijheid, maar moet ik luider roepen. Ik balanceer tussen marktlogica om te overleven en doen wat juist is – vaak pro bono.
Na al die sprongen – tussen systeem en initiatief, denken en doen – bleef ik op mijn honger zitten. Tot ik besefte: de oplossing ligt niet in een nieuwe rol, maar in de ruimte tussen de rollen. Die tussenruimte is onzichtbaar, maar vol potentieel. Ze vraagt wel iets: bouwstenen, randvoorwaarden en het lef om daar te blijven staan – ook als anderen de neiging hebben om terug te plooien op zichzelf of hun organisatie.
Vandaag geloof ik in een manier van samenwerken die volop gebruikmaakt van die tussenruimte: flexibel, leer- en actiegericht, maar tegelijk stevig verankerd. En net die aanpak wil ik met deze blog verder verkennen.
Waarom projecten vandaag falen
Uit onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de projecten faalt, vaak door gebrekkige samenwerking, onduidelijke doelen en slechte opvolging. Minder dan 1 op 10 grote projecten wordt op tijd, binnen budget en met de beloofde voorbeelden opgeleverd (Flyvbjerg, How Big Things Get Done (2023)). De meeste grote projecten falen systematisch, en dat is geen toeval.
“Projects don’t go wrong because people are stupid. They go wrong because people are human — and systems are broken.”
Dat is geen buikgevoel — het wordt bevestigd door data. Zo blijkt uit een recente OECD-enquête bij mission-driven innovatoren uit 29 landen dat:
- Slechts 25% van de respondenten aangaf te werken met duidelijke, gedeelde doelen.
- Slechts 11% had een robuust systeem voor opvolging, evaluatie en leren.
- Een opvallende 80% gaf aan dat het ontbreken van coördinatie tussen actoren een van de grootste obstakels is voor echte impact.
Zonder gedeelde visie, een levendig proces en structurele verankering raken veel samenwerkingen dus niet verder dan goede bedoelingen. In de vergaderzalen ziet het er dus echt niet zo gezellig uit als onderstaande foto.

Solo-slim?
We blijven dus in een logica van geïsoleerde impact hangen: elke organisatie probeert apart iets te doen, maar zonder hefboom, zonder verbinding, en zonder duurzame verandering en verankering. Zeker in domeinen waar samenwerking net de sleutel zou kunnen zijn: wijkontwikkeling, armoedebestrijding, verbinding, circulaire economie, welzijn, placemaking.
Waarom het fout loopt? Drie voorbeelden uit de praktijk
Geen gedeelde visie, wél veel agenda’s
Zo kan het gaan: in een stadswijk met leegstand probeert een lokaal projectteam zorgaanbieders, handelaars en bewoners samen te brengen rond één gedeelde plek. Maar iedereen heeft andere plannen — een commercieel concept, een sociaal restaurant, een jeugdwerking. Zonder gedeeld kompas wordt het een optelsom van belangen, geen gedeeld verhaal.
Structuur zonder energie
Een netwerk voor buurtgerichte zorg wordt gelanceerd door lokale overheden en zorgorganisaties. De structuur staat: stuurgroep, charter, een nieuw logo. Maar de energie blijft uit. De samenwerking is top-down gestart, zonder ruimte voor echte betrokkenheid of informele ontmoeting. Ondanks goede intenties stokt dit soort initiatieven vaak op versnippering en gebrek aan échte ruimte en samenwerking met het sociaal weefsel van buurten. Formeel bestaat het netwerk, maar het mist een kloppend hart.
Geen verankering
In een participatief placemaking-traject richten bewoners tijdelijk een levendig buurtplein in. Er is veel enthousiasme — maar zodra het projectgeld op is en de ondersteuning weg, valt alles stil. Geen afspraken, geen eigenaarschap, geen vervolg. Ook de tijdelijke ‘living labs’ in Europese steden botsen vaak op dit probleem: ze genereren innovatieve ideeën, maar blijven losstaand als er geen afspraken zijn over opvolging, beheer of beleidsverankering. Zonder wortels waait het weg.

Wat dan wél werkt: samenwerken en neutrali-tijd in de tussenruimte
Zolang we blijven vertrekken vanuit organisaties in plaats van vanuit de uitdaging zelf, blijven oplossingen gefragmenteerd en onvolledig. De tussenruimte biedt precies die flexibiliteit en collectieve focus die we nodig hebben om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Organisaties brengen stabiliteit, kracht en middelen; de tussenruimte brengt wendbaarheid en gedeelde koers.
Een valkuil is de reflex om alles meteen te centraliseren: onder te brengen in een trekkende organisatie met een vast aanspreekpunt, binnen een hiërarchische structuur. Dat werkt prima voor dagelijkse taken met duidelijke verantwoordelijkheden. Maar niet voor complexe vraagstukken waarvoor nog geen pasklare oplossing bestaat.
Want we leren niet vóór het handelen, maar door het handelen. Kleine, betekenisvolle acties – small wins – maken het grote vraagstuk behapbaar, geven energie en leveren inzichten op die we anders nooit hadden ontdekt. Zo ontstaat een iteratief proces, waarin denken en doen elkaar versterken en het netwerk levendig blijft.
Die tussenruimte vraagt om begeleiding: iemand die het geheel overziet, het proces voedt en de balans bewaakt – met ervaring in verschillende rollen, maar zonder belangen bij een van de betrokken partners. Neutraal én tijdelijk dus. Of zoals ik het noem: neutrali-tijd
Hoe houvast krijgen in de tussenruimte
Voorbeelden van dit soort systemisch werken vinden we dichterbij dan we denken – in ons lichaam en in de natuur. Daarom werk ik graag met metaforen uit levende systemen:
- Het hart – het sociale systeem waarin vertrouwen, reflectie en leren centraal staan.
- Het hoofd – het actiesysteem waarin we werken aan een gedeeld portfolio van experimenten en projecten.
- De wortels – de ondersteunende structuur die zorgt voor houvast en duurzame verankering.
Elke duurzame samenwerking bouwt op drie kernvoorwaarden:
- Een gedeeld doel: Zonder gezamenlijk kompas trekken betrokkenen elk in een andere richting. Een gedeeld doel verbindt, geeft richting en maakt het makkelijker om keuzes te maken.
- Ruimte voor co-creatie: Betrokkenheid groeit wanneer mensen kunnen meedenken én meebouwen. Co-creatie zorgt voor gedragenheid, eigenaarschap en vernieuwende oplossingen.
- Evenwicht tussen vrijheid en structuur: Te veel structuur smoort initiatief, en te weinig structuur leidt tot versnippering. Tussen die twee uitersten ligt de ruimte waar echte verandering kan groeien. Start niet met het oprichten van nieuwe structuren maar wel met afspraken hoe samenwerking en actie binnen wat er nu al is ook goed kan verlopen. Zorg dat er een basis is voor continuïteit, ook als het projectgeld op is.

Samenwerken is geen bijzaak — het is de strategie
De uitdagingen van vandaag vragen niet om méér projecten, maar om betere samenwerkingen. Volgens studies zijn het niet technische barrières, maar relationele en structurele knelpunten die innovatie tegenhouden. Meer dan 70% van de respondenten vraagt om ondersteuning bij het opbouwen van gedeeld eigenaarschap, het verbinden van partners en het ontwerpen van participatieve processen. Wil je ook complexe maatschappelijke uitdagingen aanpakken, dan zal een samenwerking binnen een organisatie altijd onvolledig zijn. Want die vraagt om samenwerkingen in de tussenruimte. We hebben dus geen gebrek aan ideeën — maar aan de condities om ze samen waar te maken.
En ik kan jullie daarbij helpen. Als we méér willen dan eindeloze pilots en losse projecten, moeten we beter samenwerken – met hoofd, hart én wortels. Ik kies ervoor om die tussenruimte te bewaken en te voeden. Zin om samen wicked problems te tackelen? Laten we ontdekken wat er mogelijk is wanneer vertrouwen, inzicht en daadkracht elkaar vinden.
Samenwerking is nu dé innovatie die we nu nodig hebben. Niet als een bijzaak. Maar als kern van onze aanpak. Niet als extra vergaderlaag. Maar als houding. Met hoofd, hart en wortels.
Ik nodig je uit…
Deze ‘Inesights Stories’ zijn een uitnodiging om mee te volgen, mee te groeien, mee te leren, mee te delen — en misschien ook: om mee te doen. Want dit werk doen we nooit alleen. We hebben elkaar nodig. Lokale lef, collectieve ambitie en nieuwe manieren van samenwerken. Ben jij iemand met ideeën, ruimte of vragen? Heb je plannen die impact kunnen maken, maar zoek je een manier om ze te laten landen?
Laten we elkaar ontmoeten. Want het volgende grote ding? Dat begint bij één plek, één idee, en een paar mensen die ervoor willen gaan.
Met hoopvolle groeten,
Ine
Geef een reactie